Ga naar de inhoud van deze pagina Ga naar het zoeken Ga naar het menu
Vorige pagina

Discussieraad (t/m 31-12-2022)

donderdag 3 november 2022

19:30
Locatie

Raadszaal gemeentehuis Raamsdonksveer

Voorzitter
M Witte

Agendapunten

  1. 1
    Opening
  2. 2

    - Toegevoegd aan de agenda is punt 10 "RIB binnentreden pand"

  3. 3
    Spreekrecht
  4. 4
    Vaststellen besluitenlijst d.d. 13 oktober 2022
  5. 5.a

    Begroting 2023

    Voorgesteld besluit

    Voorstel
    Aan de raad voor te stellen:

    1. Het opgenomen beleid in de opgavenbegroting 2023, het programmaplan met bijbehorend dekkingsplan, het overzicht van algemene dekkingsmiddelen en de paragrafen vast te stellen;
    2. Het bedrag voor onvoorziene uitgaven voor de begroting 2023 vast te stellen op € 45.000;
    3. de financiële begroting 2023 vast te stellen en daarmee:
      a. het overzicht van lasten en baten en de toelichting per opgave;
      b. de uiteenzetting van de financiële positie van de gemeente, inclusief de toelichting daarop;
      c. de onderbouwing van de reserves en de voorzieningen voor de jaren 2023 tot en met 2026;
    4. De voor 2023 per opgave opgenomen investeringskredieten beschikbaar te stellen;
    5. In te stemmen met de in paragraaf A “lokale heffingen” voorgestelde tariefwijzigingen bij de gemeentelijke belastingen en heffingen;
    6. In te stemmen met de (financiële) kaders voor de begrotingen van de verbonden partijen;
    7. De voordelige begrotingssaldi van de jaren 2023 tot en met 2026, respectievelijk € 1.082.000,
      € 1.202.000, € 2.150.000 en € 272.000 vooralsnog toe te voegen aan de Vrije Algemene reserve.
    8. De looptijd en werkingsduur van het meerjarenonderhoudsplan VGRP+ (Riolering) te verlengen tot en met 31-12-2023.
  6. 5.b

  7. 6.b

    In het besluit van 18 oktober jongstleden heeft het college besloten de tarieven van de onroerende-zaakbelastingen 2023 aan te passen en de ozb-opbrengsten met 10% te verhogen.
    Uit de septembercirculaire 2022 blijkt dat de extra verhoging van 3% van de ozb-opbrengst voor 2023 niet nodig is en kan de verhoging van de ozb-opbrengsten naar 7% worden teruggebracht. De ozb-tarieven 2023 kunnen hierdoor worden verlaagd.

  8. 7

    Voorgesteld besluit

    1. De grondprijzen voor het jaar 2023 in afwijking van het prijsindexcijfer voor Grond-, Weg- en Waterbouw (GWW ) (+16%) met 10% te verhogen.
    2. De in de tarieventabel (bijlage 1) opgenomen verkoopprijzen als minimale verkoopprijs te beschouwen en het recht voor te behouden middels taxatie een marktconforme verkoopprijs vast te stellen.
    3. De verkoopprijs van gronden die niet voorkomen in de tarieventabel (bijlage 1), overeenkomstig de strekking van het grondprijzenbesluit, op basis van waardebepaling door een deskundige vast te stellen, met uitzondering van percelen < 30 m2 waarvan de verkoopprijs op basis van bekend zijnde informatie wordt bepaald.
    4. Daar waar de situatie van mogelijke staatssteun bij aankoop, uitgifte van grond en/of gebouwen zich voordoet of het kostenverhaal overeenkomstig het gestelde in de Wet ruimtelijke ordening (WRO) aan de orde is een onafhankelijke waardebepaling van de grondprijs en of het gebouw uit te voeren.
    5. Het college voor de duur van de lopende raadsperiode opnieuw te machtigen jaarlijks, bij ongewijzigd beleid, de grondprijstarieven op basis van het prijsindexcijfer voor Grond-, Weg-, en Waterbouw (GWW) vast te stellen.
  9. 8

    Voorgesteld besluit

    1. De financiële kaders voor de begroting 2024 van de Verbonden Partijen vast te stellen en wel als volgt:
      a. De algemene kaders 2024 voor alle Verbonden Partijen, met uitzondering van de RAV en Beschermd Wonen:
    2. We verwachten van het bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling (GR) dat zij een structureel sluitende meerjarenbegroting 2024-2027 aanbiedt aan de deelnemers. De GR vermeldt duidelijk de uitgangspunten die gebruikt zijn voor de begroting 2024. In de begroting 2024 neemt de GR ook een overzicht op met de bijdragen 2024 t/m 2027 per deelnemer.
    3. De begroting wordt opgesteld op basis van ongewijzigd beleid. Er worden dus geen nieuwe taken of uitbreiding van bestaande taken in de primitieve begroting opgenomen, behalve als dit eerder door het Algemeen Bestuur is besloten.
    4. De begroting bevat een overzicht met het verloop van aanwezige reserves. In dit overzicht is te zien wanneer de reserve wordt ingezet en voor welk bedrag per jaar. Hierin wordt ook het doel van de reserve omschreven.
    5. Wanneer een reserve 2 jaar of langer niet wordt ingezet, dan legt de GR deze reserve in de besluitvorming bij de ontwerpbegroting voor. Het uitgangspunt is dat deze reserve op dat moment vrijvalt. Wordt er niet besloten tot vrijval dan geeft de GR in de ontwerpbegroting de planning en het doel van de uitgaven voor deze reserve opnieuw aan.
    6. De bijdrage van de deelnemende gemeenten in de begroting 2024 stijgt maximaal met de geldende CAO indexering en de prijsontwikkeling uit de septembercirculaire 2022 (of een actuelere circulaire). Ook wijzigt de bijdrage wanneer er wijzigingen zijn in de kwantiteit van de dienstverlening die de deelnemers afnemen.
    7. In de ontwerpbegroting worden de mogelijkheden beschreven om de bijdrage van de deelnemende gemeenten te verminderen, bijvoorbeeld door besparingen voor te stellen of beleidsinhoudelijke keuzes aan te geven.
    8. Een positief jaarrekeningresultaat wordt uitgekeerd aan de deelnemers. De GR kan hier alleen van afwijken door een duidelijk en gemotiveerd voorstel voor resultaatbestemming voor te leggen aan het Algemeen Bestuur.
    9. In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing beschrijft de GR de risico’s met de meeste impact en de getroffen beheersingsmaatregelen.
    10. Indien gedurende het begrotingjaar 2024 grote kostenstijgingen plaatsvinden, als gevolg van uitzonderlijke gebeurtenissen, worden uitgaven boven de begroting ter besluitvorming voorgelegd aan het Algemeen bestuur
      b. Gelet op de aanvangsfase waarin de Gemeenschappelijke Regeling Beschermd Wonen verkeert geen financiële richtlijnen voor 2024 vast te stellen;
      c. Ten aanzien van de RWB voor wat betreft het Kleinschalig Collectief Vervoer aanvullend de volgende financiële richtlijn vast te stellen:
    11. Bij de uitvoeringsgerichte taak Kleinschalig Collectief Vervoer geldt voor de vervoersprijs per eenheid een aanpassing aan de hand van de branchegerichte NEA-index. Verder worden de vervoerslasten begroot aan de hand van het geprognosticeerde gebruik van de vervoersvoorziening. Doorbelasting van kosten aan gemeenten en provincie vindt plaats op basis van realisatie.
      d. Ten aanzien van de Veiligheidsregio aanvullende financiële richtlijnen op te nemen in de zienswijze, luidende als volgt:
    12. De Veiligheidsregio wordt gevraagd om de begroting op te stellen waarbij separaat inzichtelijk is wat de financiële gevolgen zijn van de diverse onderdelen met minimaal:
       Indexering
       Invoering omgevingswet
       Bezuiniging scenario’s
       Geen herijking maar wijziging van beleid.
    13. In de kaderbrief 2024 en/of begroting 2024 dient een uitgebreide toelichting opgenomen te worden over de verdere uitwerking, beleidsmatig en financieel, van de Stichting Risicobeheer.
      e. Ten aanzien van de Wava/MidZuid aanvullend de volgende financiële richtlijn vast te stellen:
    14. MidZuid blijft stappen zetten om de aanvullende gemeente bijdrage te verlagen. Dit kan door besparingen voor te stellen of beleidsinhoudelijke keuzes aan te geven.
      f. Ten aanzien van het CJG aanvullend de volgende financiële richtlijn vast te stellen:
    15. Een eventuele kostenstijging voor bedrijfsvoering of overhead kan alleen worden veroorzaakt wordt indexering of door nieuw beleid, waar het bestuur van de regeling expliciet vooraf mee instemt.
    16. De beleidsinhoudelijke kaders 2024 voor de diverse Verbonden partijen vast te stellen en wel als volgt:
      a. Ten behoeve van de Regio West-Brabant de volgende beleidsmatige richtlijnen voor 2024 vast te stellen:
    17. In de begroting 2024 wordt aangegeven welke resultaten uit het actieprogramma 2023 – 2027 in 2024 worden gerealiseerd en welke resultaten in de periode 2025-2027 worden beoogd;
    18. In de begroting 2024 wordt aangegeven wat de financiële en personele inzet van de RWB hierbij is en welke aanvullende middelen (capaciteit en financiën) van de gemeenten worden gevraagd;
    19. In de begroting 2024 wordt aangegeven op welke wijze de verbinding met onderwijs en bedrijfsleven wordt gelegd bij de uitvoering van het actieprogramma;
    20. In de begroting 2024 wordt aangegeven of en zo ja op welke manier de transitieopgaven op gebied van bijvoorbeeld circulariteit, klimaat en energie doorwerken in de opgaven uit het actieprogramma.
      b. Ten behoeve van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant de volgende beleidsmatige richtlijnen voor 2024 vast te stellen:
    21. In het nog op te stellen beleidsplan 2024-2027 zijn actiepunten opgenomen, die uiterlijk in 2027 moeten zijn gerealiseerd. In de kaderbrief 2024 geeft de Veiligheidsregio aan welke actiepunten in 2024 centraal staan. In de begroting geeft de Veiligheidsregio aan op welke wijze deze actiepunten worden ingevuld.
    22. VR wordt gevraagd naar de stand van zaken met betrekking tot de implementatie van het basistakenpakket en verzorging van algemene rapportages over de bevindingen van controles met zo mogelijk een differentiatie per gemeente.
    23. De VR wordt gevraagd naar de voortgang met betrekking tot:
      a. Safety Village (kosten, gebruik, etc.)
      b. Risk Factory
      c. Regionaal Coördinatie Centrum: prestaties meldkamer
    24. In de kaderbrief dient aandacht gegeven te worden aan de ontwikkelingen op het gebied van:
      a. Invoering Omgevingswet
      b. Energietransitie
    25. De VR wordt gevraagd om een toelichting op de verdere uitwerking van de “Stichting risicobeheer” en een actualisatie van de nota reserves en voorzieningen.
      c. Ten behoeve van de Ambulancevoorziening Brabant Midden-West-Noord de volgende beleidsmatige richtlijnen voor 2024 vast te stellen:
    26. De RAV waarborgt onder de nieuwe wet ambulancezorg de kwaliteit en continuïteit van de ambulancezorg in heel haar werkgebied. De ambulancezorg dient blijvend te worden uitgevoerd zonder gemeentelijke financiële bijdragen.
    27. Het Landelijk Kwaliteitskader Ambulancezorg 1.0 bevat 26 indicatoren waarmee daadwerkelijk het niveau van de geleverde zorg wordt gemeten. Tijdigheid in het spoedvervoer is er hier één van. De indicatoren zijn onderverdeeld in zeven segmenten: Bereikbare en beschikbare zorg, Patiënt centraal, Veilige zorg, Professionaliteit, Samenwerken, Continue verbeteren en Basis op orde. De RAV informeert de gemeenten hoe zij voldoet aan het landelijke kwaliteitskader.
    28. In haar begroting geeft de RAV aan hoe zij de paraatheidsuitbreidingen conform het landelijk referentiekader Spreiding & Beschikbaarheid in 2024 verwacht te realiseren. Uitgangspunt dient te zijn dat in het hele werkgebied de responstijd voor A1 ritten niet meer dan 5% wordt overschreden (melding-aankomst meer dan 15 minuten).
    29. In haar begroting geeft de RAV aan op welke wijze zij invulling geeft aan de aanbevelingen uit het in 2023 uitgevoerde landelijke klanttevredenheidsonderzoek door NIVEL en het klanttevredenheidsonderzoek door middel van direct contact met de patiënt.
      d. Ten behoeve van de GGD West-Brabant de volgende beleidsmatige richtlijnen voor 2024 vast te stellen:
    30. De GGD voert in West-Brabant de in de Wet Publieke gezondheid (Wpg) aan de gemeenten opgedragen taken uit. Op onderdelen betreft dit ook taken die vallen onder de Jeugdwet, Omgevingswet, wet op de Kinderopvang en de wet op de Veiligheidsregio’s. Leidraad in het handelen van de GGD is het bewaken, beschermen en bevorderen van de publieke gezondheid.
    31. De GGD geeft in de kaders en Beleidsbegroting 2024 duidelijk weer op welke wijze invulling gegeven gaat worden aan de in het Meerjarenbeleidskader 2023 – 2026 opgenomen ambities. Daarbij dient u goed notie te nemen van:
      a. De door de VNG uitgebrachte propositie ‘De winst van het sociaal domein’ (met als uitgangspunten o.a. ‘kansengelijkheid’ en ‘gezond leven makkelijker maken’) en het VNG-Koersdocument ‘Met daadkracht naar veerkracht’.
      b. De Gezamenlijke gezondheidsambitie ‘Vooruitzien naar een Gezonder Nederland’ van VNG en de zorgverzekeraars. In West-Brabant bent u bij de regionale uitwerking van deze ambitie partij.
      c. Ontwikkelingen op lokaal niveau, zoals lokale preventieakkoorden en -aanpakken, JOGG en gemeentelijke gezondheidsvisies en – nota’s. Samen met gemeenten en lokale partners werkt u hierbij aan de uitwerking en realisering van doelen en ambities.
    32. Met behulp van prestatie-indicatoren brengt de GGD de resultaten in beeld die zij bereikt op de diverse door haar uit te voeren taken. Door de noodgedwongen grootschalige inzet vanuit de GGD ter beteugeling van de Coronacrisis heeft het actualiseringstraject van de prestatie-indicatoren vertraging opgelopen. In de loop van 2022 heeft de GGD samen met een ambtelijke werkgroep de optimalisering van deze indicatoren weer ter hand genomen. Wij gaan ervan uit dat de GGD de geactualiseerde indicatoren opneemt in de Beleidsbegroting 2024.
    33. In eendrachtige samenwerking met de landelijke overheid, RIVM en GGD GHOR Nederland behoren de GGD’ en goed toegerust en voorbereid te zijn op mogelijke oplevingen van COVID-19 dan wel op een door een andere zoönose/virus veroorzaakte gezondheidscrisis. De raad verwacht dat de GGD West-Brabant in afstemming met de Veiligheidsregio Midden en West-Brabant en omringende GGD’en werkt aan een robuustere organisatie die het makkelijker maakt om snel en adequaat in te spelen op grote crisissituaties in de regio. Wij gaan ervan uit dat u:
      a. In de kaders en daaropvolgende Beleidsbegroting 2024 een beschrijving geeft van hoe deze robuustere organisatie eruit gaat zien.
      b. De raad informeert over de stand van zaken rond de samenwerking tussen de GGD’en in Brabant, Zeeland en Limburg bij door infectieziekten veroorzaakte gezondheidscrises.
      e. Ten behoeve van de Nazorg Gesloten Stortplaatsen geen beleidsmatige richtlijnen voor 2024 vast te stellen;
      f. Ten behoeve van de Wava/MidZuid de volgende beleidsmatige richtlijnen voor 2024 vast te stellen:
    34. De wet- en regelgeving op het gebied van het bieden van werk aan mensen met een arbeidsbeperking is continu in beweging. We verwachten dat MidZuid anticipeert op de aanpassingen in de Participatiewet, de ontwikkelingen vanuit Breed Offensief en de veranderingen in de regelgeving rondom het beschut werk. Deze veranderingen zien we graag op een adequate en efficiënte manier terug in de begroting 2024.
    35. Inwoners die vallen onder de Participatiewet zoveel mogelijk bij reguliere werkgevers geplaatst worden. Hierbij dient zoveel mogelijk uitgegaan te worden van een arbeidsovereenkomst bij de reguliere werkgever. Bij inzet van een detacheringsconstructie is het uitgangspunt dat dit een tijdelijk karakter heeft.
    36. MidZuid houdt inzichtelijk welke activiteiten en risico’s verbonden zijn aan de afbouw van het huidige SW-bestand in combinatie met de opdrachtportefeuille en stelt maatregelen voor om nadelige financiële gevolgen daarvan zoveel mogelijk te beperken.
    37. In 2021 en 2022 is er binnen MidZuid een transformatietraject doorlopen. Op dit moment loopt er een organisatie-ontwikkelingstraject, met onder andere de onderdelen duurzaam financieel perspectief, doorontwikkeling MidZuid en het wendbaar maken van de organisatie. Wij verzoeken MidZuid om de gemeenten te betrekken bij deze trajecten en op de hoogte te houden van de (tussen)resultaten van dit organisatie-ontwikkeltraject.
      g. Ten behoeve van de regeling Regionaal Bureau Leren geen beleidsmatige richtlijnen voor 2024 vast te stellen
      h. Ten behoeve van de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant de volgende beleidsmatige richtlijnen voor 2024 vast te stellen:
    38. Betrek bij de begroting 2024 de resultaten van het OMWB-brede programma “Van goed naar Beter” en laat de resultaten zien op effectiever werken, met een nog meer en nog betere kwaliteit leveren - voor hetzelfde geld - en de ontwikkeling van de dienst (lerende organisatie).
    39. Betrek de effecten van één jaar Omgevingswet op het gebied van samenwerking met de partners, dienstverlening aan inwoners en bedrijven en financiën in de begroting 2024.
      i. Ten behoeve van het Centrum voor Jeugd en Gezin de volgende beleidsmatige richtlijn voor 2024 vast te stellen:
    40. Maak door (tussentijdse) evaluaties duidelijk in hoeverre het doel ten aanzien van de inzet van de tijdelijke extra formatie van 1 fte voor een CJG-professional bij het onderwijs is behaald en of extra inzet nodig is en op welke manier.
      j. Ten behoeve van Beschermd Wonen geen beleidsmatige richtlijnen voor 2024 vast te stellen.
  10. 9

    TenneT wil het station Geertruidenberg 150kV aan de Centraleweg uitbreiden met een nieuwe transformatorveld voor Enexis. Met dit bestemmingsplan wordt het huidige station aan de Centraleweg te Geertruidenberg uitgebreid met een nieuwe aansluiting voor Enexis. We doen dit omdat het elektriciteitsnetwerk in Nederland overbelast is. Om ervoor te zorgen dat er in de regio Noord-Brabant geen problemen ontstaan, zorgen we voor meer transformatorcapaciteit.

    Voorgesteld besluit

    Voorstel

    1. Het bestemmingsplan ‘150kV verbinding Centraleweg’ met identificatienummer NL.IMRO.0779.GBBP150kVcentraalw-vs01 vast te stellen;
  11. 10

  12. 11
    Rondvraag