De raad besluit

A-stuk.

Het college legt de jaarstukken 2024 voor aan de raad voor vaststelling.

Voorstel
1. De jaarstukken 2024, zijnde het jaarverslag, de jaarrekening en het aanpassingsvoorstel jaarrekening 2024, vast te stellen met negatief resultaat van € 615.000 na mutaties reserves (in 2024 begrote resultaatbestemmingen) en voor bestemming jaarrekening resultaat;
2. In te stemmen met de besluitvorming van de kredieten zoals gemeld in de tabel “Besluitvorming
Kredieten jaarrekening 2024” in dit voorstel;
3. In te stemmen met de exploitatiebudgetoverhevelingen ten bedrage van € 246.000 van 2024 naar 2025;
4. Het alsdan resterende resultaat 2024 van € 369.000 nadelig te verrekenen met de Vrije Algemene Reserve;
5. Kennis te nemen van het rapport van bevindingen van de accountant;
5. Het college van burgemeester en wethouders decharge te verlenen voor het in de jaarrekening 2024 verantwoorde bestuur, behoudens later in rechte gebleken onregelmatigheden conform artikel 199 GW;
6. De begroting 2025 te wijzigen voor de mutaties voortkomend uit het vaststellen van de jaarrekening, zijnde de overhevelingen tot een bedrag van € 246.000 en deze wijziging mee te nemen in de Voorjaarsnota 2025.

A-stuk

Voorstel
1. In te stemmen met de tussenrapportage 2025 – 1 en daarmee in te stemmen met:
a. De financiële afwijkingen (zowel exploitatiebudgetten als investeringen) met toelichting zoals opgenomen in de voorjaarsnota 2025
b. De mutaties in de reserves zoals opgenomen in de voorjaarsnota 2025
c. De mutaties in de voorzieningen zoals opgenomen in de voorjaarsnota 2025
2. De begroting 2025 – 2028 te wijzigen overeenkomstig beslispunt 1
3. De kadernota 2026 vast te stellen, zoals opgenomen in de voorjaarsnota 2025

A-stuk

In de Wet Gemeenschappelijke Regelingen is bepaald dat een Verbonden Partij de begroting en rekening toezendt aan de deelnemende gemeenten. De gemeenteraden kunnen bij de Verbonden Partij hun zienswijze over de begroting kenbaar maken. Het college van burgemeester en wethouders beoordeelt de jaarrekening van de Verbonden Partij eigenstandig en stelt de raad van dit standpunt op de hoogte. Deze zienswijzen worden vervolgens daar waar mogelijk verwerkt in de definitieve begroting en rekening van de Verbonden Partij die vervolgens wordt toegezonden aan de provincie.

a. Als gemeenteraad een oproep doen aan alle andere deelnemende gemeenteraden van de Verbonden Partijen om ten aanzien van de financiële consequenties als gevolg van de “ravijnjaren”, een gezamenlijk standpunt in te nemen over de financiële gevolgen daarvan voor de Verbonden Partijen.
b. Ten aanzien van de Regio West-Brabant:
1. Kennis te nemen van de ontwerp-jaarrekening 2024;
2. Kennis te nemen van het werkplan 2025-2026;
3. Kennis te nemen van de ontwerp-begroting 2026 en een zienswijze in te dienen over de ontwerp-begroting 2026 en wel als volgt:
a. Het transitiebudget ad. € 200.000 alleen voor 2026 op te nemen in de begroting;
b. De (door de gemeenteraden in de RWB unaniem) ingebrachte richtlijnen voor de budgetcyclus 2026 te verwerken in de definitieve begroting, waaronder in ieder geval het in heldere taal aangeven:
a. Welke doelen uit de strategische agenda en actieprogramma 2024-2028 in 2026 worden gerealiseerd en welke doelen in de periode 2027-2028 worden beoogd;
b. Wat de financiële en personele inzet van de RWB hierbij is en welke aanvullende middelen (capaciteit en financiën) van de gemeenten worden gevraagd.
c. Ten aanzien van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant:
1. Kennis te nemen van de ontwerp-jaarrekening 2024;
2. Kennis te nemen van en geen zienswijze in te dienen tegen de eerste begrotingswijziging 2025;
3. Kennis te nemen van en geen zienswijze in te dienen tegen de ontwerp-begroting 2026.
d. Ten aanzien van de Regionale Ambulancevoorziening Brabant Midden-West-Noord:
1. Kennis te nemen van de ontwerp-jaarrekening 2024;
2. Kennis te nemen van de ontwerp-begroting 2026.
e. Ten aanzien van de Openbare Gezondheidszorg West-Brabant:
1. Kennis te nemen van de ontwerp-jaarrekening 2024;
2. Kennis te nemen van en geen zienswijze in te dienen tegen de begrotingswijziging 2025;
3. Kennis te nemen van en geen zienswijze in te dienen tegen de ontwerp-begroting 2026.
f. Ten aanzien van de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant:
1. Kennis te nemen van de ontwerp-jaarrekening 2024;
2. Kennis te nemen van en geen zienswijze in te dienen tegen de ontwerp-begroting 2026.
g. Ten aanzien van de Nazorg Gesloten Stortplaatsen Bavel-Dorst en Zevenbergen:
1. Kennis te nemen van de ontwerp-jaarrekening 2024;
2. Kennis te nemen van en geen zienswijze in te dienen tegen de ontwerp-begroting 2026.
h. Ten aanzien van Wava/MidZuid:
1. Kennis te nemen van de ontwerp-jaarrekening 2024;
2. Kennis te nemen van en geen zienswijze in te dienen tegen de ontwerp-begroting 2026.
i. Ten aanzien van het Regionaal Bureau Leren:
1. Kennis te nemen van de ontwerp-jaarrekening 2024;
2. Kennis te nemen van en geen zienswijze in te dienen tegen de eerste begrotingswijziging 2025;
3. Kennis te nemen van en geen zienswijze in te dienen tegen de ontwerp-begroting 2026.
j. Ten aanzien van het Centrum Jeugd en Gezin:
1. Kennis te nemen van de ontwerp-jaarrekening 2024;
2. Kennis te nemen van de ontwerp-begroting 2026 en een zienswijze in te dienen over de ontwerp-begroting 2026 en wel als volgt:
a. Een taakstellende bezuiniging van € 150.000 in de begroting 2026 te verwerken.
k. Ten aanzien van Beschermd Wonen Breda:
1. Geen besluit te nemen.
l. Ten aanzien van Geweld in Afhankelijkheidsrelaties en het meldpunt Crisiszorg:
Geen besluit te nemen.

Verzoek van de heer Broeders:

Bij deze het verzoek tot interpellatie tijdens de raadsvergadering van aankomende Donderdag, 3 juli. Ik heb hierbij de steun van mijn voltallige fractie, de fractie Igor van Nunen, en Gemeentebelangen, bij elkaar dus 5 raadsleden van de 19.

Graag het volgende doorzetten naar het college. Ik wil nogmaals sterk benadrukken dat wij de heer Mertens het allerbeste nu en in de toekomst wensen, maar dat wij het politiek prudent vinden om kritisch te zijn op zijn overstap in het kader van zijn huidige portefeuille.

Met vriendelijke groet,

Berrie Broeders

__________

Aan het college van burgemeester en wethouders,
Naar aanleiding van het aangekondigde vertrek van wethouder Mertens en zijn overstap naar Enexis, heeft onze fractie zorgen over de waarborgen rondom bestuurlijke integriteit, transparantie en de perceptie van belangenverstrengeling. Zeker gezien het belang van energietransitieprojecten binnen de gemeente Geertruidenberg en de betrokkenheid van Enexis daarbij, is een zorgvuldige beoordeling en communicatie essentieel.
Wij verzoeken het college daarom om helderheid te verschaffen op de onderstaande vragen. Deze hebben betrekking op de informatievoorziening binnen het college, de toetsing van de overstap aan de gemeentelijke gedragscode, de omgang met vertrouwelijke informatie en de maatschappelijke verantwoordelijkheid die hierbij komt kijken.
Vragen

1. Wanneer is wethouder Mertens benaderd door Enexis en wanneer heeft hij dit gemeld bij de burgemeester en/of de gemeentesecretaris?
2. Welke (in)directe betrokkenheid heeft de wethouder gehad bij dossiers of besluitvorming rond de energietransitie of samenwerking met Enexis tijdens zijn ambtsperiode?
3. Heeft wethouder Mertens tijdens zijn ambt overleg gevoerd met Enexis over projecten binnen de gemeente Geertruidenberg of in de bredere Powerport-regio?
4. Is er bij deze overstap een afkoelingsperiode voorzien of afgesproken, conform de gemeentelijke gedragscode voor bestuurders of andere richtlijnen?
5. Hoe en door wie is getoetst of deze overstap in lijn is met de normen uit de Gedragscode Integriteit van de gemeente Geertruidenberg?
6. Is voorafgaand aan de overstap advies ingewonnen bij een onafhankelijk integriteitsadviseur of via de gemeentesecretaris?
7. Wat is het oordeel van het college over de (schijn van) belangenverstrengeling in deze zaak en hoe is hierover intern gesproken binnen het college?
8. Welke waarborgen zijn er dat vertrouwelijke of gevoelige informatie over gemeentelijke plannen niet wordt gebruikt in de nieuwe functie bij Enexis?
9. Zijn er formele afspraken gemaakt over de rol van de heer Mertens richting gemeenten binnen de Powerport-regio, en zo ja, hoe wordt de naleving hiervan geborgd?
10. Hoe verhoudt deze overstap zich volgens het college tot de ambtseed en het vertrouwen van inwoners in het openbaar bestuur, en welke lessen worden hieruit getrokken voor de toekomst?

Als we naar het persoonlijke aspect kijken, snappen wij zeer goed waarom wethouder Mertens deze stap maakt. Wij kennen hem al jaren als een betrokken raadslid, een integer bestuurder en een aimabel mens. Wij bevragen hiermee dus ook niet de persoon Mertens, maar wel de ambtsdrager en bestuurder van de gemeente Geertruidenberg. Daarom, vanuit onze publieke en controlerende rol, vinden wij het genoodzaakt om het college te bevragen over de consequenties van zijn keuze. Wij zijn van mening zijn dat de vooralsnog gegeven beargumentatie niet genoeg antwoord geeft op de zaken die relevant zijn voor de inwoners van de gemeente Geertruidenberg, en daarom willen we ook dat deze vragen beantwoord worden in een openbare raadsvergadering

__________

Met vriendelijke groet,

Berrie Broeders