- Locatie
Raadszaal gemeentehuis Raamsdonksveer
- Voorzitter
- M.M. van Toorenburg
Agendapunten
-
1Opening
-
2Vaststellen agenda
-
3Spreekrecht
-
4Vaststellen besluitenlijst de raad debatteert d.d. 2 oktober 2025
-
5
Bijlagen
Voorgesteld besluit
Voorstel
1. Kennis te nemen van de voortgang van de resultaten van de programmalijnen zoals opgenomen in de Najaarsnota 2025 hoofdstuk 3 Tussenrapportage 2025-2 onderdeel 3.1 Programma’s.
2. In te stemmen met de financiële afwijkingen met toelichting van de exploitatie en investeringen zoals opgenomen in de Najaarsnota 2025 hoofdstuk 3 Tussenrapportage 2025-2 onderdeel 3.1 Programma’s.
3. In te stemmen met de onttrekking uit en stortingen in de voorzieningen zoals opgenomen in de Najaarsnota hoofdstuk 3 Tussenrapportage 2025-2 onderdeel 3.2 Reserves en Voorzieningen.
4. In te stemmen met de onttrekking uit en stortingen in de reserves zoals opgenomen in hoofdstuk 3 onderdeel 3.2 Reserves en Voorzieningen.
5. In te stemmen met de wijziging van de volgende kredieten:
a. Het investeringsbudget “24 Houten brug Koningspark” te verhogen met € 8.000;
b. Het investeringsbudget “24 Reconstructie blackspot Maasdijk-Collegeweg” te hernoemen naar “24 Blackspot Centrale Weg - Stationsweg” en het bestaande Investeringsbudget van € 1.000.000 hiervoor beschikbaar te stellen.
c. Het investeringsbudget “25 Julianalaan (fase 2) – Wegen” met € 600.000 te verlagen en het investeringsbudget afsluiten.
d. De naam van het investeringsbudget “25 Diverse rioolmaatregelen o.a. Lint A27” te wijzigen in "25 Diverse rioolmaatregelen n.a.v. inspectie” en het investeringsbudget met € 1.634.000 te verlagen tot € 400.000.
e. Het investeringsbudget “23 Riolering Parkzicht uitbreiding“ met € 3.000 te verlagen en het investeringsbudget afsluiten.
f. Het investeringsbudget “24 Gemalen E/M” met € 78.000 te verlagen en het investeringsbudget afsluiten.
g. Het investeringsbudget “25 Borstelmachine ”€ 110.000 om te zetten in 2 aparte investeringsbudgetten van € 55.000 inzake de aanschaf van 2 accu aangedreven onkruidverdelgers.
h. Het investeringsbudget “24 Fuso werkbus vp-156-h” met € 11.000 te verlagen en het investeringsbudget afsluiten.
i. Het investeringsbudget “24 Hybride werken, Kadernota 2024” afsluiten.
j. Het investeringsbudget “24 Shovel” met € 7.000 te verlagen en het investeringsbudget afsluiten.
k. Het investeringsbudget “25 I&A plan investeringen” te verlagen met € 20.000 en het investeringsbudget afsluiten.
6. De begroting 2025 te wijzigen overeenkomstig punt 2 tot en met 5. -
6
Bijlagen
Voorgesteld besluit
Voorstel
1. De beleidsbegroting 2026-2029 vast te stellen;
2. De financiële begroting 2026 vast te stellen en daarmee:
a. Het overzicht van lasten en baten en de toelichting per programma;
b. De uiteenzetting van de financiële positie van de gemeente, inclusief de toelichting daarop;
c. De onderbouwing van de reserves en de voorzieningen voor de jaren 2026 tot en met 2029;
3. Het bedrag van onvoorziene uitgaven voor de begroting 2026 vast te stellen op € 25.000;
4. De voor 2026 opgenomen investeringskredieten beschikbaar te stellen;
5. In te stemmen met de in paragraaf A “lokale heffingen” voorgestelde tariefwijzigingen bij de gemeentelijke belastingen en heffingen;
6. Het voordelige begrotingssaldo van 2026 vast te stellen op € 9.000 vooralsnog toe te voegen aan de Vrije Algemene reserve. -
7
Bijlagen
Voorgesteld besluit
Vast te stellen:
a) de "Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2026”, zoals vermeld onder punt I;
b) de "Verordening riool- en waterzorgheffing 2026", zoals vermeld onder punt II;
c) de "Verordening onroerende zaakbelasting 2026", zoals vermeld onder punt III;
d) de "Verordening precariobelasting 2026", zoals vermeld onder punt IV;
e) de "Verordening havengelden 2026", zoals vermeld onder punt V;
f) de "Verordening binnenhavengeld 2026", zoals vermeld onder punt VI;
g) de “Verordening leges 2026”, zoals vermeld onder punt VII;
h) de "Verordening lijkbezorgingsrechten 2026", zoals vermeld onder punt VIII;
i) de "Verordening marktgelden 2026", zoals vermeld onder punt IX;
j) de “Verordening tot negende wijziging op de “Verordening Woonschepen Geertruidenberg 2016”,
zoals vermeld onder punt X;
k) de "Verordening toeristenbelasting 2026-2027", zoals vermeld onder punt XI;
l) de "Verordening watertoeristenbelasting 2026-2027", zoals vermeld onder punt XI;
m) de “Verordening kwijtschelding onder punt XII
n) deze verordeningen en besluiten na vaststelling bekend te maken en na bekendmaking in werking te
laten treden. -
8
Bijlagen
Voorgesteld besluit
1. De financiële kaders voor de begroting 2027 van alle Verbonden Partijen vast te stellen, met uitzondering van de Regionale Ambulancevoorziening Brabant Midden-West-Noord, Beschermd Wonen en Geweld in Afhankelijkheidsrelaties en wel als volgt:
a. We verwachten van het bestuur van de gemeenschappelijke regeling dat zij een structureel sluitende meerjarenbegroting, waarin vier jaar vooruit wordt gekeken, aanbiedt aan de deelnemers. De gemeenschappelijke regeling vermeldt duidelijk de uitgangspunten die gebruikt zijn voor de begroting voor het komende jaar. In de begroting voor het komende jaar neemt de gemeenschappelijke regeling ook een overzicht op met de bijdragen voor de komende vier jaar per deelnemer.
b. De begroting wordt opgesteld op basis van ongewijzigd beleid. Er worden dus geen nieuwe taken of uitbreiding van bestaande taken in de primitieve begroting opgenomen, behalve als dit eerder door het algemeen bestuur is besloten.
c. De begroting bevat een overzicht met het verloop van aanwezige reserves. In dit overzicht is te zien wanneer de reserve wordt ingezet en voor welk bedrag per jaar. Hierin wordt ook het doel van de reserve omschreven. Wanneer een reserve 2 jaar of langer niet wordt ingezet, dan legt de gemeenschappelijke regeling de instandhouding of vrijval van deze reserve in de besluitvorming bij de ontwerpbegroting voor. Het uitgangspunt is dat deze reserve op dat moment vrijvalt. Wordt er niet besloten tot vrijval dan geeft de gemeenschappelijke regeling in de ontwerpbegroting de planning en het doel van de uitgaven voor deze reserve opnieuw aan. Via de ontwerpbegroting worden de gemeenteraden in de gelegenheid gesteld hierop een zienswijze in te dienen.
d. De bijdrage van de deelnemende gemeenten in de begroting voor het komende jaar stijgt maximaal met de geldende CAO-indexering, overige CAO-afspraken en de prijsontwikkeling uit de meest recente circulaire. Voor het opstellen van zowel de kaderbrief als de begroting gebruikt de gemeenschappelijke regeling de dan meest recente circulaire voor zowel de loon- als de prijsindex. Hiervoor gebruiken we de meest recente ramingen zoals opgenomen in het Centraal Economisch Plan van het Centraal Plan Bureau. Voor de loonontwikkeling wordt hierbij ‘de index van de loonvoet sector overheid’ gevolgd en voor de prijsontwikkeling ‘de index van de netto materiele consumptie’. De verbonden partij geeft bij de kaderbrief en de begroting een specificatie weer van de verhouding lonen/prijzen in haar exploitatiebegroting. Voor het opvangen van afwijkingen tussen de indexeringen die in de begroting zijn opgenomen en de werkelijke CAO-indexering, overige CAO-afspraken en de werkelijke prijsontwikkeling houdt de verbonden partij een beperkte algemene reserve aan om de bedrijfsvoering in het lopende boekjaar te kunnen continueren zonder dat hiervoor een beroep moet worden gedaan op de deelnemers en een zienswijzenprocedure moet worden gevolgd. Uiteraard wijzigt de deelnemersbijdrage ook wanneer er wijzigingen zijn in de kwantiteit van de dienstverlening die de deelnemers afnemen.
e. Een besluit van het algemeen bestuur van een verbonden partij tot instelling van een algemene reserve is goed gemotiveerd, onderbouwd en voorzien van bijbehorende spelregels. Op dit besluit van het algemeen bestuur wordt een zienswijzemogelijkheid geboden aan de deelnemende gemeenten bij de concept-begroting(wijziging). De algemene reserve wordt aangevuld tot de maximale hoogte zoals vastgesteld door het algemeen bestuur. Voor het bepalen van de omvang van de (beperkte) algemene reserve kan het algemeen bestuur een advies vragen aan de accountant, maar de algemene reserve bedraagt niet meer dan 8% van de totale lasten in de begroting (uitgangspunt is en blijft dat de weerstandscapaciteit bij de deelnemers wordt aangehouden).
f. Een positief jaarrekeningresultaat wordt uitgekeerd aan de deelnemers. De gemeenschappelijke regeling kan hier alleen van afwijken door een duidelijk en gemotiveerd voorstel voor resultaatbestemming voor te leggen aan het algemeen bestuur. Over een dergelijk voorstel besluit het algemeen bestuur.
g. In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing beschrijft de gemeenschappelijke regeling de risico’s met de meeste impact en de getroffen beheersingsmaatregelen. Ook geeft de gemeenschappelijke regeling inzicht in de benodigde weerstandscapaciteit.
2. Aan alle Verbonden Partijen, met uitzondering van de Regionale Ambulancevoorziening Brabant Midden-West-Noord, als aanvulling op de financiële kaders de volgende richtlijn mee te geven:
De gemeente Geertruidenberg gaat enkel akkoord met de begrotingen 2027 van de Verbonden Partijen als daarin de nul-lijn voor 2027 wordt gehanteerd, tenzij afwijking van die lijn noodzakelijk is om te kunnen voldoen aan wettelijk verplichte taken of door de gemeenteraad van Geertruidenberg vastgestelde beleidsdoelstellingen.
3. De volgende aanvullende financiële richtlijnen vast te stellen voor de verbonden Partijen:
a. Ten aanzien van de Regio West Brabant voor het Kleinschalig Collectief Vervoer geldt voor de vervoersprijs per eenheid een aanpassing aan de hand van de branchegerichte NEA-index. Verder worden de vervoerslasten begroot aan de hand van het geprognosticeerde gebruik van de vervoersvoorziening. Doorbelasting van kosten aan gemeenten en provincie vindt plaats op basis van realisatie.
b. Ten aanzien van de SVHW geldt dat voor de samenstelling van de Begroting 2027 en het meerjarenperspectief 2027-2030 naast de vermelde autonome ontwikkelingen in de Kadernota 2027 de volgende kaders en uitgangspunten van toepassing zijn:
i. Er is sprake van structureel en reëel evenwicht in de begroting en het meerjarenperspectief. De structurele lasten zijn gedekt door structurele baten;
ii. De begroting dient te voldoen aan de Wettelijke regels begroting van het BBV, hierbij is onder andere aandacht voor:
1. Overzicht van incidentele baten en lasten;
2. Specificatie van baten en lasten per programma;
3. (Prestatie) indicatoren;
4. Verloopoverzicht van het Eigen Vermogen;
5. Paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing;
iii. De begroting wordt opgesteld op basis van bestaand beleid van deelnemers. In de begroting 2026 wordt dan ook vooralsnog geen nieuw beleid verwerkt. Nieuw beleid wordt separaat aangegeven en voorzien van een kostenbegroting, maar wordt niet verwacht.
4. De beleidsinhoudelijke kaders voor 2027 voor de diverse Verbonden Partijen vast te stellen en wel als volgt:
a. Ten behoeve van de Regio West-Brabant de volgende beleidsmatige richtlijnen voor 2027 vast te stellen: In de begroting 2027 wordt in heldere taal aangegeven:
i. Welke doelen uit de strategische agenda en actieprogramma 2024 – 2028 in 2027 worden gerealiseerd;
ii. Wat de financiële en personele inzet van de RWB hierbij is en welke aanvullende middelen (capaciteit en financiën) van de gemeenten worden gevraagd;
iii. Of, en zo ja op welke wijze er voor de uitvoering van de actieagenda samenwerking nodig is met de Stedelijke Regio’s, Rewin en/of de Baroniesamenwerking en hoe dit wordt vormgegeven;
iv. De RWB werkt aan een organisatie ‘nieuwe stijl’. Dit leidt mogelijk tot een herziening van de inrichting en het takenpakket van de RWB. De gevolgen hiervan op zowel de financiële als beleidsmatige kant van de RWB begroting worden helder onderbouwd in de begroting opgenomen. Wanneer taken overgaan naar andere organisaties of komen te vervallen, vervallen uiteraard ook de middelen bij de RWB.
b. Ten behoeve van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant geen beleidsmatige richtlijnen voor 2027 vast te stellen;
c. Ten behoeve van de Regionale Ambulancevoorziening Brabant Midden-West-Noord de volgende beleidsmatige richtlijnen voor 2027 vast te stellen:
i. De RAV waarborgt onder de Wet ambulancezorgvoorzieningen de kwaliteit en continuïteit van de ambulancezorg in heel haar werkgebied. De ambulancezorg dient blijvend te worden uitgevoerd zonder gemeentelijke financiële bijdragen.
ii. De nieuwe urgentie-indeling ambulancezorg is naar verwachting in 2027 volledig geïmplementeerd. De nieuwe indeling kent zeven in plaats van drie urgentieniveaus. De RAV verwerkt de nieuwe urgentie-indeling in haar begroting waarbij inzage in de responstijden op A0 en A1 (voorheen A1 en A2 ritten) behouden blijft. Uitgangspunt dient te zijn dat in het hele werkgebied de responstijd voor A0 ritten met niet meer dan 5% wordt overschreden (melding-aankomst meer dan 15 minuten).
iii. In haar begroting geeft de RAV aan wat het Integraal Zorg Akkoord (IZA) en de landelijke Beleidsagenda Toekomstbestendige Acute Zorg van VWS betekenen voor de ambulancezorg in haar werkgebied. De beleidsagenda kent drie kernpunten: Kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg, Zorgcoördinatie en Samenwerking in de regio.
iv. In het werkgebied van de RAV liggen meerdere gemeenten die grenzen aan België. Grensoverschrijdende samenwerking is in de ambulancezorg van belang voor het bieden van snelle en effectieve hulp. De RAV geeft in haar begroting aan hoe deze samenwerking er uitziet en welke mogelijkheden zij ziet om de grensoverschrijdende samenwerking verder te optimaliseren.
d. Ten behoeve van de GGD West-Brabant de volgende beleidsmatige richtlijnen voor 2027 vast te stellen:
i. Wij verwachten dat de GGD West-Brabant (samen met de GGD Hart voor Brabant) in samenspraak met de deelnemende gemeenten een vervolg van het meerjarenbeleidsplan 2023-2026 opstelt en presenteert, welke in lijn is met de gezamenlijke toekomstvisie ‘Wij maken samen gezond gewoon’ en de ingezette bestuurlijke bezuinigingsopdracht van 4%. Tevens dient dit plan in het lopende proces van verkenning tot verdergaande samenwerking, Samen Sterker, meegenomen te worden.
ii. De GGD geeft in de kadernota en Beleidsbegroting 2027 duidelijk weer met welke concrete plannen invulling gegeven gaat worden aan het nieuwe, nog op te stellen beleidsplan 2026-2030.
iii. Gezien de afnemende financiële middelen vanaf 2026 verwachten gemeenten ook in 2027 beleidsmatige keuzes te moeten maken. Om deze keuzes gedegen voor te kunnen bereiden is meer gedetailleerd inzicht nodig in het aanbod en in de geleverde producten en kosten. Wij verwachten van de GGD dat zij deze informatie met voorrang in samenspraak met het ambtenarenoverleg, of een delegatie daarvan, levert en dit benodigde inzicht/transparantie meeneemt in de verdere uitwerking van Samen Sterker. In het traject Samen Sterker dient een vergelijk in het productenaanbod tussen beide GGD’en op een eenduidige en eenvoudige wijze te maken zijn.
iv. Van de GGD verwachten de gemeenten dat met de verdere uitwerking van Samen Sterker naast de bestuurders ook de ambtenaren en gemeenteraden tijdig betrokken worden, op een dusdanig moment zodat zij de mogelijkheid hebben om de uitkomst van het traject wezenlijk kunnen beïnvloeden.
Afstemming met het Algemeen Bestuur van de GGD Hart voor Brabant spreekt voor zich. Aan beide besturen dienen dezelfde voorstellen/besluiten te worden voorgelegd. Men dient o.a. oog te hebben voor de gewenste lokale nabijheid van de GGD, de kosten van dit proces en de zeggenschap van de deelnemende gemeenten in de samenwerking.
e. Ten behoeve van de Nazorg gesloten Stortplaatsen geen beleidsmatige richtlijnen voor 2027 vast te stellen;
f. Ten behoeve van de Wava/MidZuid de volgende beleidsmatige richtlijnen voor 2027 vast te stellen:
i. De wet- en regelgeving op het gebied van het bieden van werk aan mensen met een arbeidsbeperking is continu in beweging. We verwachten dat MidZuid anticipeert op de aanpassingen in de Participatiewet, de veranderingen in de regelgeving rondom het beschut werk en de veranderingen van de arbeidsmarktinfrastructuur. Deze veranderingen zien we graag op een adequate en efficiënte manier terug in de begroting 2027.
ii. MidZuid zet in op ontwikkeling zodat inwoners die vallen onder de Participatiewet zoveel mogelijk bij reguliere werkgevers geplaatst worden. Hierbij dient zoveel mogelijk uitgegaan te worden van een arbeidsovereenkomst bij de reguliere werkgever. Bij inzet van een detacheringsconstructie is het uitgangspunt dat dit een tijdelijk karakter heeft.
iii. MidZuid houdt inzichtelijk welke activiteiten en risico’s verbonden zijn aan de afbouw van het huidige SW-bestand in combinatie met de opdrachtportefeuille en stelt maatregelen voor om nadelige financiële gevolgen daarvan zoveel mogelijk te beperken. Dit kan ook betekenen dat bepaalde activiteiten worden verminderd, afgestoten of gewijzigd voor een optimaal maatschappelijk en financieel resultaat.
iv. De uitwerkingen van de strategische toekomstvisie worden opgenomen in de begroting 2027. Het streven hierbij is een meer stabiele en voorspelbare situatie in de financiële lasten voor MidZuid en de deelnemende gemeenten. Ook de consequenties voor de huisvesting worden hierbij meegenomen. Tot de besluitvorming worden investeringen in het gebouw beperkt tot noodzakelijk wettelijk onderhoud, behalve als het algemeen bestuur anders besluit.
g. Ten behoeve van de regeling Regionaal Bureau Leren (RBL) geen beleidsmatige richtlijnen voor 2027 vast te stellen;
h. Ten behoeve van de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (OMWB) de volgende beleidsmatige richtlijnen voor 2027 vast te stellen:
i. De OMWB geeft in de begroting 2027 een meerjarenprognose van de aard en omvang van de te verwachten werkzaamheden in relatie tot alle voorziene (beleidsmatige) ontwikkelingen, hoe de omgevingsdienst hierop denkt in te spelen én geeft hierbij een duiding van de bijbehorende financiële gevolgen
ii. De noodzaak tot herziening van de MWB-norm en het komen tot een nieuwe financieringsopzet worden door de deelnemers en de OMWB onderschreven. Het proces moet nog worden doorlopen. Naar verwachting wordt dit opgenomen in de kaderbrief 2027, waarbij dan ook mogelijk wordt ingegaan op de (potentiële) gevolgen voor de (meerjaren)begroting 2027 en verder.
iii. De OMWB heeft nog geen kaderbrief 2027 gereed. Hierdoor kan nog niet worden aangegeven hoe de doorontwikkeling vorm krijgt en welke ontwikkelingen worden gerealiseerd.
i. Ten behoeve van het Centrum voor Jeugd en Gezin geen beleidsmatige richtlijnen voor 2027 vast te stellen;
j. Ten behoeve van Beschermd Wonen geen beleidsmatige richtlijnen voor 2027 vast te stellen;
k. Ten behoeve van Geweld in Afhankelijkheidsrelaties geen beleidsmatige richtlijnen voor 2027 vast te stellen;
l. Ten behoeve van SVHW geen beleidsmatige richtlijnen voor 2027 vast te stellen. -
9
Jaarlijks wordt het verloop van de gemeentelijke grondexploitaties aan de raad gerapporteerd door middel van de Voortgangsrapportage Grondexploitatie. De raad dient deze rapportage vast te stellen ten behoeve van de financiële verwerking daarvan in de begroting van het lopende en het komende jaar.
Bijlagen
Voorgesteld besluit
- De Voortgangsrapportage Grondexploitatie 2025 vast te stellen.
- De grondexploitatiebegrotingen welke als bijlage behoren bij de Voortgangsrapportage Grondexploitatie 2025 vast te stellen.
- De grondexploitatiebegrotingen te verwerken als begrotingswijziging voor 2025.
- De grondexploitatiebegrotingen te gebruiken als basis voor de begroting 2026.
-
10Rondvraag
-
11Sluiting